Geen categorie

MIJN HUIS

We staarden naar elkaar in de spiegel. Zij met een open blik en ik ééntje met een frons. Waarmee ik elk detail van haar bespeurde en besmeurde met een oordeel.

Ik zag littekens en dacht hoe anders het mij maakte. Zij droeg de littekens met trots en zag ze als een teken van heling. Ik zag elke bult en rol als er eentje te veel. Zij omarmde ze en maakte ze deel van het geheel.

Ik heb zo gevochten met haar, haar veracht en haar weggeduwd als bijkomstig. Ik ben over haar grenzen gegaan, ik heb haar uitgeput en doen opbranden als een lopend vuurtje.

Alles wat ze kon doen was overleven met het weinige dat ik haar gaf. Als mensen haar een complimentje gaven werd het ontkend. Wie kon haar nu graag zien? Wie kon haar nu beminnen?

Wie kon dat? Als ik het zelf niet kon. Ik zag niet hoe zacht, lief en ongelofelijk krachtig tegelijk ze was. Hoe ze een thuis vormde en mij gewoon mij liet zijn. Ik moest niks en mocht alles en zij droeg me doorheen elke proces. Zonder zich vragen te stellen vertrouwde ze op mijn oordeel.

Ik vraag me af waar we de weg naar elkaar zijn kwijtgeraakt? Wel weet ik dat we die nu stukje bij beetje terug aan het vinden zijn. Nu ik haar beweeg, verzorg en complimentjes geef alsof het een schone deugd is. We zijn een team en een geheel, niet langer twee delen die elkaar aanstaren in de spiegel.

Ze is mijn thuis en haar bewonen is een geschenk. Ik leer haar grenzen beter kennen, ik laat haar genieten van het leven en plezier beleven. Ik kijk niet langer met een frons naar haar maar met een blik van verwondering. Hoe zij het toch maar allemaal doet. Ik luister naar alles wat ze komt vertellen en sta ervan versteld hoeveel wijsheid er in haar schuilt.

Zij draagt mij en ik haar nu ook.  

Anne Colette

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *